Handig: zelf meten (hart- en vaatziekten)

Wij raden aan dat u zelf uw bloeddruk en hartslag meet. En andere dingen laat meten.

Voordelen

Zelf meten heeft veel voordelen:

  • Thuismetingen zijn beter dan de korte metingen in de spreekkamer
  • Hiermee kunt u extra behandelingen en medicijnen voorkomen
  • U heeft meer grip op uw eigen gezondheid
  • U hoeft minder vaak voor controle naar de huisarts

Bij hart- en vaatziekten raden wij u aan het volgende te (laten) meten:

Bekijk of uw meetgetallen goed, te laag of te hoog zijn

Bloeddruk meten 

Meer weten over bloeddruk? De Hartstichting heeft een duidelijk filmpje over wat bloeddruk is

Bloeddruk meten is heel eenvoudig. We vragen u om uw bloeddruk 7 dagen achter elkaar te meten. In de ochtend 2 keer en in de avond 2 keer. 

Harstlag meten 

De Hartstichting geeft goed uitleg over het meten van uw hartslag. Hier heeft u verder geen apparaat voor nodig. 

Gewicht en buikomvang

Een gezond gewicht en een gezonde buikomvang zijn belangrijk voor een goede gezondheid. Met de 'BMI-formule' kunt u berekenen of u een gezond gewicht heeft. 
Om uw BMI (Body Mass Index) te kunnen berekenen heeft u uw lengte en gewicht nodig.

Naast bepaling van het BMI kan het bijhouden van uw gewicht ook belangrijk zijn wanneer u bepaalde aandoeningen heeft waardoor u vocht vast kan houden. Denk hierbij aan nier of hartfalen. Uw zorgverlener kan u hier meer over vertellen.

Geef uw metingen door

Met de praktijkondersteuner bespreekt u:

  • Hoe vaak u meet
  • Welke meetgetallen normaal zijn
  • Wanneer u uw metingen doorgeeft
  • Hoe u contact opneemt

De afspraken met uw praktijkondersteuner vindt u in uw online dossier in de ‘patiënten app’ van uw huisarts. Soms is het ook mogelijk om via de 'patiënten app' bloeddrukwaardes te delen met uw zorgverlener. Daarnaast wordt regelmatig gebruikgemaakt van deze formulieren:

Download het formulier (PDF)
Download het formulier (Excel)

U kunt het formulier naar uw zorgverlener sturen met een bericht in de ‘patiënten app’. Of u geeft het af bij de praktijk. Of neemt het mee naar uw zorgverlener bij uw volgende afspraak.

Spreek goed af met uw zorgverlener hoe u het beste uw metingen deelt.

Bekijk of uw meetgetallen goed, te laag of te hoog zijn